SSH-raad • 24 september 2024
Om maatschappelijke vraagstukken op te kunnen lossen, maken beleidsmakers, ondernemers en andere vernieuwers gebruik van wetenschappelijk onderzoek. Uit het adviesrapport ‘Vanzelfsprekende verbinding – Veranker sociaal- en geesteswetenschappelijk onderzoek in innovatie’ van de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI) blijkt dat er bij innovatie nog onvoldoende gebruik wordt gemaakt van sociaal- en geesteswetenschappelijke kennis.
De AWTI heeft het adviesrapport met aanbevelingen en actiepunten op 25 maart 2024 overhandigd aan het ministerie van Onderwijs. Minister Bruins (OCW) en Beljaarts (EZK) hebben op 20 september 2024 hun reactie op het advies naar de Tweede Kamer gestuurd. Om opvolging te geven aan de aanbevelingen van de AWTI geven ze samen met andere betrokken departementen een consortium de opdracht tot het ontwikkelen van een actieplan om sociaalmaatschappelijke aspecten een vanzelfsprekende plek te geven in innovaties voor maatschappelijke transities.
Wat is de AWTI?
De AWTI adviseert de regering en de Eerste en Tweede Kamer op het gebied van wetenschap, technologie en innovatie. De huidige minister van Onderwijs Bruins was voorzitter van de AWTI van 1 april 2022 tot 2 juli 2024.
Waar gaat dit adviesrapport over?
Maatschappelijke uitdagingen zijn complex. Woningnood, klimaatvraagstukken, de coronacrisis – dit soort uitdagingen zijn zo veelzijdig dat alleen veelomvattende oplossingen effectief kunnen zijn.
Tijdens de coronacrisis was het bijvoorbeeld vanzelfsprekend dat we veel aandacht hadden voor data en de ontwikkeling van een vaccin – de medische en technische aspecten van het probleem. Sociale, culturele, economische, beleidsmatige en juridische aspecten speelden echter ook een belangrijke, maar vaak onderbelichte rol.
De AWTI laat in haar rapport zien dat deze aspecten structureel te weinig aandacht krijgen bij het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken: “Innovatie gaat over de introductie en implementatie van ‘nieuwheid’. Dat kunnen producten, diensten, concepten, regels, of systemen zijn. We moeten toe naar een meer algemeen besef dat innovatie altijd sociale, juridische, culturele en ethische dimensies heeft, en dat SGW-onderzoek een min of meer vast onderdeel van innovatie hoort te zijn” (p.5).
Het advies bevat aanbevelingen voor overheid en wetenschappers.
Het advies
De AWTI adviseert om sociaal- en geesteswetenschappelijk (SGW) onderzoek steviger te verankeren in de Nederlandse innovatiepraktijk, zodat het innovatievermogen van ons land toeneemt.
De Rijksoverheid kan het Nederlandse innovatiebeleid aanpassen, zodat SGW-kennis er meer bij betrokken wordt. Dit kan onder andere door de financieringsvoorwaarden inclusiever te maken.
Daarnaast adviseert de AWTI SGW-onderzoekers (van economen tot psychologen en van juristen tot filosofen) om meer aandacht te besteden aan het begrip ‘innovatie’. Ze kunnen hun onderzoek nog scherper laten aansluiten op maatschappelijke toepassingen, bijvoorbeeld door het onderzoek te verbinden met ontwerpende disciplines zoals vormgeving, kunst en techniek.
De drie aanbevelingen
Het adviesrapport bestaat uit drie concrete aanbevelingen:
- Pas het onderzoeks- en innovatiebeleid aan om relevant SGW-onderzoek te betrekken bijvoorbeeld door te werken met een breder begrip van innovatie.
- Daag SGW-onderzoekers uit zich meer te richten op innovatie, bijvoorbeeld door het verbinden van het SGW-domein aan ontwerpdisciplines en in het onderwijs meer in te zetten op innovatie en impact.
- Betrek SGW-onderzoek actief bij complexe vraagstukken door een systeembenadering te hanteren bij beleid voor complexe vraagstukken en SGW-onderzoek van publieke kennisinstellingen beter te benutten.
Elke aanbeveling valt uiteen in een aantal actiepunten.
Het eerste actiepunt van aanbeveling drie luidt: “Hanteer een systeembenadering bij beleid voor complexe vraagstukken.”
Met dit actiepunt maken de schrijvers van het rapport inzichtelijk welke rol SGW-onderzoek kan en moet spelen: “Wat is het probleem precies bij de complexe vraagstukken die spelen en wat is allemaal relevant om rekening me te houden? Welke technische, sociale, culturele en ethische dimensies zijn van belang en welke vorm(en) van innovatie, waaronder systeeminnovatie, kunnen ons vooruit helpen? De vakdepartementen die aan de slag gaan met complexe vraagstukken doen er goed aan vaker een systeembenadering te hanteren: dus het probleem per definitie multidimensionaal te zien, maar het ook af te bakenen. Die afbakening bepaalt de systeemgrenzen: wat is wel en niet relevant bij het aanpakken van het vraagstuk? Een systeembenadering leidt dus tot erkenning van de complexiteit én tot afbakening. Binnen deze benadering ontstaat ruimte om SGW-onderzoek te betrekken” (p. 52).
Reactie van minister Bruins op het advies
Minister Bruins (OCW) en Minister Beljaarts (EZK) hebben 20 september 2024 hun reactie op het advies naar de Tweede Kamer gestuurd. Zij onderschrijven de visie van de AWTI en komen in actie:
“Om opvolging te geven aan de aanbevelingen van de AWTI geven we samen met andere betrokken departementen een consortium de opdracht tot het ontwikkelen van een actieplan. NWO, de SSH-raad, TNO Vector en CLICKNL zullen concrete acties voorstellen om sociaalmaatschappelijke aspecten een vanzelfsprekende plek te geven in innovaties voor maatschappelijke transities. Het consortium bestaat uit een onderzoeksfinancier, onderzoekers uit verschillende disciplines, maatschappelijke organisaties en bedrijven; vertegenwoordigers van minimaal zeven departementen vormen de stuurgroep. Hiermee borgen we dat de concrete acties realistisch en effectief zijn” (p. 1).
In een later nieuwsbericht gaan we dieper in op het actieplan.
Tot slot: reactie van de SSH-raad
De SSH-raad verwelkomt als vertegenwoordiger van het Nederlandse domein van de sociale en geesteswetenschappen het AWTI-rapport, Vanzelfsprekende verbinding, waarin wordt gepleit voor een sterkere verbinding van SGW-onderzoek met innovatie.
Het advies pleit met goede argumenten voor een betere positionering van de sociale en geesteswetenschappen bij innovatie. Net als de AWTI vraagt de SSH-raad aandacht voor de rol die SGW-expertise kan spelen bij maatschappelijke transities. De complexe maatschappelijke problemen waarvoor we staan, zoals klimaatverandering, betaalbare zorg en een circulaire economie draaien voor een belangrijk deel om sociale aspecten. Dit impliceert dat voor het oplossen van die urgente vraagstukken ook kennis over die sociale aspecten nodig is. De AWTI constateert in de ogen van de SSH-raad terecht dat in het huidige onderzoeks- en innovatiebeleid SGW-onderzoek nog onvoldoende wordt betrokken en er veel meer gebruik zou moeten worden gemaakt van SGW-kennis.
De SSH-raad is met de AWTI van mening dat de SGW-kennis veel beter moet worden verankerd in het innovatiebeleid. Het is belangrijk om op te merken dat dit niet alleen gaat om het betrekken van SGW-kennis voor het versnellen en op een goede manier in de maatschappij inbedden van technologische innovatie. De AWTI vraag terecht ook om meer betrokkenheid van SGW-onderzoekers bij innovatie. In het AWTI-advies wordt opgemerkt dat er al veel gebeurt, maar dat de cultuurverandering die is ingezet, moet worden doorgezet.
De SSH-raad onderkent dat er nog stappen kunnen worden gezet en spant zich hier ook voor in, onder meer door het beter betrekken van SGW-onderzoekers bij calls van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in het kader van het missiegedreven innovatiebeleid.
De AWTI pleit ten slotte ook voor een betere verbinding van SGW-kennis met de beleidsvorming op de vakdepartementen en stelt voor meer nadruk te leggen op een systeembenadering van complexe maatschappelijke vraagstukken. De SSH-raad ziet ook dat een systeemperspectief veelal ontbreekt. Er dient meer aandacht te komen voor de interactie met andere beleidsterreinen of de interdependentie tussen verschillende maatschappelijke vraagstukken. De voorgestelde extra investeringen voor publieke kennisontwikkeling op het gebied van complexe beleidsvraagstukken juicht de SSH-raad van harte toe. Dit kan een stimulans zijn om de SGW-disciplines een nog betere bijdrage te laten leveren aan de beleidsvorming bij vakdepartementen.